Fietsremmen afstellen in 3 stappen

Fietsremmen afstellen in 3 stappen

Remmen behoren tot de belangrijkste onderdelen van je fiets. Ze zorgen voor veiligheid en controle, of je nu door de stad rijdt, een lange tocht maakt of sportief fietst. Toch merken veel fietsers dat hun remmen na verloop van tijd minder krachtig worden of beginnen te piepen. Dit komt door slijtage, vuil of kabels die uitrekken.

Lees ook: Derailleur schoonmaken en smeren.

Goed afgestelde remmen maken het verschil tussen soepel en veilig fietsen of juist onzeker onderweg zijn. Met een paar eenvoudige handelingen kun je zelf je remmen afstellen. Of je nu velgremmen, schijfremmen of trommelremmen hebt, de basis is vaak hetzelfde: controle, schoonmaken en zorgvuldig afstellen.

Stap 1: Controleer het type rem en de staat van de onderdelen

Voordat je begint met afstellen, is het belangrijk om te weten welk type rem je hebt. Niet alle fietsen hebben hetzelfde systeem. De drie meest voorkomende soorten zijn velgremmen, schijfremmen en trommelremmen.

Velgremmen

Velgremmen zijn nog altijd veel te vinden op stadsfietsen en oudere sportfietsen. Hierbij drukken remblokjes tegen de velg van het wiel om de fiets af te remmen. Het systeem is eenvoudig en effectief, maar gevoelig voor slijtage en vuil.

Controleer of de remblokjes niet te ver afgesleten zijn. Er zitten vaak markeringen op die aangeven wanneer ze vervangen moeten worden. Let ook op of ze gelijkmatig afslijten.

Schijfremmen

Bij schijfremmen drukt een remblokje tegen een metalen schijf die aan het wiel vastzit. Dit type remmen vind je vooral op mountainbikes, racefietsen en steeds vaker op e-bikes. Schijfremmen zijn krachtig, ook bij nat weer, maar ze vragen nauwkeurige afstelling.

Controleer of de remschijf recht is en of er geen olie of vuil op zit. Piepen bij schijfremmen wijst vaak op vervuiling.

Trommelremmen en rollerbrakes

Trommelremmen en rollerbrakes zitten vaak in het wiel verwerkt. Dit type vraagt weinig onderhoud, maar kan na verloop van tijd minder krachtig worden. Controleer of er geen speling in het systeem zit en of de kabel nog soepel loopt.

Remkabels en leidingen

Welke rem je ook hebt, de kabels of hydraulische leidingen moeten soepel werken. Bij mechanische remmen kunnen kabels gaan rafelen of stroef lopen door vuil. Bij hydraulische systemen moet je controleren of er geen lekkage is.

Neem de tijd om alle onderdelen goed te bekijken. Een schone en goed onderhouden rem werkt altijd beter.

Stap 2: Afstellen van de remmen

Als je zeker weet dat de onderdelen in goede staat zijn, kun je beginnen met afstellen.

Velgremmen afstellen

Bij velgremmen is het belangrijk dat de remblokjes goed tegen de velg drukken.

  1. Controleer of de remblokjes parallel aan de velg staan en niet schuin of te laag.

  2. Draai de bevestigingsbout van het remblokje los en stel hem zo af dat het blokje vlak en recht op de velg komt.

  3. Zorg dat het blokje de velg raakt zonder de band aan te tikken.

  4. Stel de kabelspanning af met de stelnippel bij de remhendel of remarm. Het wiel moet vrij kunnen draaien zonder dat de blokjes de velg raken, maar direct remmen zodra je inknijpt.

Schijfremmen afstellen

Bij schijfremmen gaat het vooral om de juiste positie van de remklauw ten opzichte van de schijf.

  1. Maak de bouten waarmee de remklauw vastzit los, zodat hij nog kan bewegen.

  2. Knijp de remhendel stevig in, zodat de blokjes zich automatisch rond de schijf centreren.

  3. Houd de remhendel ingeknepen en draai de bouten van de remklauw weer vast.

  4. Laat los en controleer of de schijf vrij draait zonder aan te lopen. Zo niet, herhaal het proces of stel de blokjes afzonderlijk bij.

Trommelremmen en rollerbrakes afstellen

Bij dit type rem stel je vooral de kabelspanning af.

  1. Draai aan de stelnippel bij de remgreep totdat de remhendel stevig aanvoelt.

  2. Zorg dat het wiel vrij kan draaien en de rem direct reageert bij indrukken.

  3. Als de rem nog steeds slap aanvoelt, moet de kabel mogelijk vervangen worden.

Kabelspanning en hendelgevoel

Na het afstellen moet de remhendel stevig aanvoelen. Een goede rem grijpt aan zodra je de hendel half indrukt. Voelt hij slap of komt hij tegen het stuur aan, dan is de kabelspanning te laag of zijn de blokjes te ver afgesleten.

Stap 3: Testen en fijn afstellen

Na het afstellen is het belangrijk om je werk te controleren. Zet de fiets op de standaard of houd hem vast en draai het wiel. Knijp de rem in en kijk of het wiel direct tot stilstand komt.

Maak daarna een korte proefrit. Rem krachtig maar gecontroleerd en test zowel voor- als achterrem. Let op of de fiets stabiel blijft en of de remmen niet piepen of schokken.

Geluid en piepen

Piepen bij remmen wijst vaak op vervuiling. Bij velgremmen kan vuil op de velg of blokjes de oorzaak zijn. Maak beide schoon met een doek en eventueel wat ontvetter. Bij schijfremmen gebruik je speciale remreiniger.

Soms helpt het ook om de remblokjes licht schuin af te stellen, zodat de voorkant iets eerder de velg of schijf raakt. Dit vermindert trillingen en piepen.

Remkracht verdelen

Let erop dat je niet alleen de voorrem gebruikt. De achterrem moet ook voldoende kracht hebben. Tijdens het afstellen kun je de verhouding aanpassen door de kabelspanning van de voor- en achterrem afzonderlijk te regelen.

Controleer regelmatig

Remmen zijn slijtageonderdelen. Controleer daarom regelmatig de staat van de blokjes en de spanning van de kabels. Zeker als je veel fietst of vaak door regen en vuil rijdt, is het belangrijk dit in de gaten te houden.

Extra tips voor onderhoud

  • Vervang remblokjes tijdig, wacht niet tot ze volledig afgesleten zijn.

  • Houd de velgen schoon, zeker bij velgremmen, om extra slijtage te voorkomen.

  • Controleer de remkabels en vervang ze als ze stroef lopen of beschadigd zijn.

  • Bij hydraulische schijfremmen kan het nodig zijn om af en toe te ontluchten. Laat dit doen door een fietsenmaker als je er zelf geen ervaring mee hebt.

  • Test altijd beide remmen na onderhoud voordat je de weg op gaat.